"It's not about my politics. Something happened way to quick. A bunch of men who played it sick. They divide and conquer" -- Husker Du

Saturday, March 26, 2005

Nieuwe Indiase patentenwet: doodvonnis voor goedkope generische geneesmiddelen

Het Indiase Lagerhuis keurde deze week de nieuwe Indian Patent Bill goed. Wanneer het Hogerhuis deze beslissing bekrachtigt komt een einde aan de patentwetgeving die het land in de voorbije decennia heeft toegelaten om een bloeiende farmaceutische nijverheid te ontwikkelen. Men vreest dat er ook een einde zal komen aan de beschikbaarheid van goedkope geneesmiddelen voor Derde Wereldlanden.

De nieuwe wet wijzigt de wetgeving op de patenten om die in regel te brengen met de vereisten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De vorige wet, de Patent Act uit 1970, sprong losjes om met de bescherming van patenten. Daardoor konden Indische bedrijven wettelijk de producten van buitenlandse bedrijven namaken.

Buitenlandse multinationals konden onder de Indiase Patent Act enkel een patent nemen op het productieproces van een geneesmiddel. Iedereen die dat wou mocht in India een 'generische' kopie van dat dat geneesmiddel maken, op voorwaarde dat daarvoor een ander productieproces gebruikt werd. Dankzij de creativiteit van de Indiase wetenschappers ontstond aldus een sterke lokale farmaceutische industrie die geneesmiddelen van hoge qualiteit op de markt bracht aan een fractie van de prijs van de dure merkproducten van de farmagiganten.

De Indiase farmaceutische bedrijven kwamen in de voorbije jaren vooral in het nieuws doordat ze een groot deel van de AIDS-patiënten van geneesmiddelen voorzag. Dankzij de Indische generische medicijnen ging de prijs van een jaarbehandeling met AIDS-remmers op de wereldmarkt op enkele jaren tijd naar beneden van meer dan 10.000 euro tot zo'n 250 euro. De beschikbaarheid van goedkope geneesmiddelen uit India betekende een ommekeer in de behandeling van deze ziekte en een overlevingskans voor honderd duizenden patiënten. Naar schatting staan momenteel meer dan de helft van de 700.000 patiënten uit arme landen die een behandeling krijgen op Indische AIDS-remmers.

De herziening van de Indiase patentenwet is een rechtstreeks gevolg van het lidmaatschap van India in de WTO sinds het ontstaan van de organisatie tien jaar geleden. India kreeg toen, net als andere landen van de Derde Wereld, tien jaar uitstel om het akkoord op de zogenaamde Trade Related Intellectual Property Rights (TRIPS) na te leven. Intussen konden bedrijven tijdens deze overgangsperiode hun aanvragen voor patenten indienen in een zogenaamde 'mailbox' die nu pas opengemaakt wordt.

India heeft er sinds het ontstaan van de WTO altijd voor gepleit dat de belangen van de gezondheidszorg niet ten koste mogen gaan van de intellectuele eigendomsrechten. Gezondheidsactivisten waren dus onaangenaam verast toen eind vorig jaar de eerste versie van de amendementen door de president werd uitgevaardigd. Daardoor werden belemmeringen opgelegd die zelfs verder gingen dan wat voor de WTO strikt genomen nodig is. Internationale en Indiase ngo's en volksorganisaties wezen erop dat dit uiterst schadelijke gevolgen zou hebben, niet allen voor geneemiddelen maar ook voor andere producten zoals software en zaaigoed.

Onder druk van de massale protesten werden de meest draconische maatregelen uiteindelijk afgezwakt om de wet door het parlement te krijgen. Hoewel gezondheidsactivisten de huidige versie nog aan het bestuderen zijn, is nu al duidelijk dat de wet slecht nieuws is voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen. Médecins Sans Frontières noemde de wet hoedanook het begin van het einde voor betaalbare generische medicijnen. Voor critici van de WTO en haar oneerlijke handelsvoorwaarden is de nieuwe patentwetgeving in India een reden te meer om de campagne tegen dit instrument van uitbuiting en onderdrukking op te voeren.

Links:
- MSF statement about new Indian Patent Bill
- India’s TRIPS Compliance Effort Could Be Test Case
- Patent Legislation Passed March, 2005
- The Patent Bill 2005: Impact on Agriculture
- Patents Bill faces strong opposition
- Free Software Foundation of India

Saturday, March 19, 2005

Euro-manif in Brussels for jobs, equality and peace



Three rallies converged near the North Station in Brussels today. A total of 80,000 trade-unionists, youth and anti-globalization activists from allover Europe expressed their distrust towards the Europe that is taking shape and called for a social, just and peaceful Europe.

Ikuko took some great pictures and posted them on Indymedia:
http://www.indymedia.be/news/2005/03/94855.php
http://www.indymedia.be/news/2005/03/94884.php
CAMPAIGN TO DEFEND UNICEF'S MISSION TO DEFEND CHILDREN!

In May 2005 Ms. Ann Veneman, former US Secretary of Agriculture, will take office as the Executive Director of UNICEF. Her nomination, negotiated secretly by the UN Secretary General with the US Government and rapidly approved by UNICEF's Executive Committee, has alarmed public health advocates around the world. Ms. Veneman has no background in public health, children's welfare, or the rights of disadvantaged people. Her history as an advocate for agribusiness, both as a private lawyer and in government, is characterized by privileging private profit above the public good. Applied at UNICEF, this will be a disaster for the world's children.

PLEASE SIGN ON to the People's Health Movement's Letter of Concern detailing our reservations about the appointment of Ms. Veneman and the appointment process. To read the letter and sign on, go to www.saveunicef.org. Thank you for defending UNICEF's mission.

Friday, March 18, 2005

De Wereldbank en UNICEF in de klauwen van de Boze Wolf?

De voordracht van oorlogsstoker Paul Wolfowitz als voorzitter van de Wereldbank toont nogmaals dat VS President Bush er liever geen doekjes omwint: Alle middelen moeten ingezet worden om de wereldoverheersing te bestendigen.

In feite is de Wereldbank inderdaad een wolf in schapenvacht: De Bank zegt een prioriteit te maken van armoedebestrijding maar doet in feite net het tegenovergestelde. Ze dwingt de arme landen in een economisch keurslijf van privatisering, liberalisering en deregulering waardoor de armen uit de boot vallen en multinationals de winsten binnenrijven.

De bestuursorganen van de Wereldbank worden gedomineerd door de rijke landen en traditioneel is het de VS die de nieuwe voorzitter mag aanwijzen.

Paul Wolfowitz is de nummer twee van het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van oorlog. Hij was een van de eersten in de regering van Bush die opriep om ten strijde te trekken tegen Afghanistan en Irak. Als rechterhand van minister Rumsfeld was hij een van de oorlogsmisdadigers die verantwoordelijk zijn voor de dood van meer dan honderdduizend onschuldige burgers in Irak.

In de jaren zeventig werd de Bank al geleid door een andere Amerikaanse oorlogsmisdadiger. Voor Robert MacNamara voorzitter werd van de Wereldbank was hij als defensieminister verantwoordelijk voor de slachtpartijen en vernieling in Vietnam. De voordracht van Wolfowitz komt dus niet echt als een verrassing.

Verontrustender is dat iemand uit de kringen van Bush nu ook aan het hoofd van UNICEF komt. Het kinderfonds van de Verenigde Naties wordt nu geleid door Ann Veneman, de voormalige minister van landbouw in de regering van Bush. In die positie heeft ze uitsluitend de belangen van de Amerikaanse multinationals gediend, ook als de gezondheid van de kinderen op het spel stond. Zo was ze een vurige verdedigster van genetisch gemodifiëerde organismen (ggo's) in weerwil van ernstige wetenschappelijk voorbehoud tegen deze voedingsmiddelen.

De People's Health Movement, een internationaal network waarin intal actief is, vreest dat UNICEF nu ook een koers zal varen die lijnrecht tegen de belangen van de kinderen ingaat. Daarom wordt een internetpetitie gevoerd (http://www.saveunicef.org/). De Wereldbank is misschien niet meer te redden maar misschien kan UNICEF toch nog uit de klauwen gehaald worden van de Boze Wolf.

Thursday, March 17, 2005

De mensenrechten onder schot

Nepal heette ooit een ,,prille democratie'' te zijn en kon dus beschikken over Belgisch wapentuig. Tanzania mag binnenkort misschien een munitiefabriek verwelkomen. En voor de Filipijnen ligt ook al een wapendeal klaar. Is België nog wel bezig met mensenrechten? Of is het al commercie wat telt?

Sinds ongeveer twee jaar is de wapenhandel een regionale bevoegdheid. Concreet betekent dat dat niet meer de federale overheid maar de gewesten de uitvoervergunningen voor wapens goedkeuren en afleveren. De regionalisering van de wapenhandel was een rechtstreeks gevolg van de commotie die ontstond in 2002, toen bekend werd dat de Luikse munitiefabriek FN Herstal 5.500 minimi-geweren aan de 'prille democratie' Nepal zou leveren.

Walen die bepalen

De huidige situatie is uniek: in geen enkele andere federale staat is de wapenexport een regionale bevoegdheid. Dat de materie niet onder Buitenlandse Zaken valt, lijkt te impliceren dat de wetswijziging vooral de regionale economische belangen moet dienen. Concreet betekent het dat de gewesten licenties mogen afleveren voor hun eigen industrie. Een recente illustratie is de geplande bouw van een wapenfabriek in Tanzania, een land middenin conflictgebieden dat dient als draaischijf voor illegale wapens. Maar de Waalse minister van Internationale Betrekkingen, Marie-Dominique Simonet, (CDH) keurde de exportlicentie voor munitiemachines zonder blikken of blozen goed. Op die manier ondermijnt ze de federale politiek tegenover de regio van de Grote Meren in Centraal-Afrika, tot grote verontwaardiging van een deel van de Franstalige en Vlaamse politieke wereld en de publieke opinie.

Wettelijk gezien valt aan de beslissing van de minister niet te tornen. Er bestaat aan Vlaamse en federale kant geen enkele manier om rechtstreekse politieke invloed uit te oefenen op de bevoegde Waalse beleidsmakers of parlementsleden. Maar de uitzonderlijk sterke afkeuring van federaal minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht en van premier Verhofstadt zetten de eis van internationale groeperingen om de licentie in te trekken kracht bij. Maar of dat enige invloed zal hebben op de beslissingen van het Waalse gewest, valt nog af te wachten.

Made in Flanders

Wie dacht dat de wapenwetgeving na een regionalisering dan toch ten minste in Vlaanderen strenger en transparanter zou worden, komt bedrogen uit. Een van de oudste eisen van de brede vredesbeweging is een grotere klaarheid in de informatie over wapenhandel. Toch wordt ook in Vlaanderen nog steeds geen lijst gepubliceerd van welke wapens naar welke landen gaan.

Het halfjaarlijkse wapenrapport van de Vlaamse regering (van 6 december 2004) geeft slechts uitvoercijfers per land in zeer ruim omschreven categorieën. Vlaanderen exporteert voornamelijk hoogtechnologische componenten van wapensystemen zoals elektronische en optische systemen, radars en communicatiesystemen (bijvoorbeeld beeldschermen van Barco of nachtkijkers van OIP). En de regio Vlaanderen voerde vorig jaar voor meer dan een half miljoen euro wapensystemen uit in de categorie 'andere'. Bovendien geeft het Vlaams rapport onvoldoende informatie over de eindgebruikers van de Vlaamse wapensystemen. Aan wie verkoopt de buitenlandse industrieel zijn eindproduct waarin Vlaamse onderdelen zitten? Een degelijke controle is pas mogelijk als die informatie toegevoegd wordt aan het wapenrapport.

Kleine lettertjes

De regionalisering staat voor de wapenindustrie dus gelijk aan een versoepeling van de regelgeving. Zeker in combinatie met de 'uitzonderingsregel', ingevoerd in 2004. Daardoor kunnen de criteria voor een licentielevering worden geïnterpreteerd in het licht van de politieke toestand van het bestemde land. Bijvoorbeeld leveringen toestaan aan 'prille democratieën' die een gewapende rebellie bestrijden.

De mogelijkheid tot politieke interpretatie staat voorlopig alleen maar ten dienste van de commerciële belangen van onze wapenproducenten. Het stelt hen in staat om te leveren aan op zijn minst bedenkelijke regimes. Een beleid op basis van politieke overwegingen en mensenrechten blijft voorlopig ondergeschikt.

Naast de Nepal-zaak en de Tanzania-discussie bewijst een recente uitvoerdeal naar de Filipijnen dat nog maar eens. FN Herstal tekende een contract met de Filipijnse regering voor een levering van 1.700 minimi's. Rond het contract woedt een controverse in de Filipijnen omdat het land een eerste levering van 402 geweren dubbel zo duur betaalde als de Verenigde Staten. Maar afgezien van de mogelijke corruptie zijn er ook morele vragen.

Op de Filipijnen zijn de regeringstroepen verwikkeld in niet minder dan drie verschillende gewapende conflicten. Filipijnse en internationale mensenrechtenorganisaties melden daarbij grove schendingen van de mensenrechten. Het Filipijnse leger bestrijdt met harde hand de moslimrebellen en de communistische guerrilla; onderhandelingen zijn geen reële optie. Bij verschillende militaire offensieven werden duizenden burgers verdreven of kwamen ze onder vuur te liggen. Er zijn aanwijzingen dat het Filipijnse leger bovendien betrokken is bij tientallen moorden en verdwijningen.

De Verenigde Staten steunen de harde aanpak van de Filipijnse regering en gebruiken ,,de bestrijding van opstandelingen'' zelfs als een voorwendsel om een permanente militaire aanwezigheid uit te bouwen op de archipel, een ,,voorpost in de wereldwijde oorlog tegen terrorisme''.

Mensenrechten Redenen genoeg om de gewestregeringen op te roepen dringend de wapenuitvoer naar de Filipijnen op te schorten. Bovendien moet de wapenwet zodanig herzien worden dat het in de eerste plaats een werkingsmiddel wordt voor een uitvoerbeleid waarbij de mensenrechten niet onder schot komen. Het ontwerp van samenwerkingsakkoord over de wapenuitvoerlicenties tussen de federale overheid en de gewesten dat minister De Gucht naar verluidt aan het uitwerken is, zou daarvoor een eerste aanzet zijn.

Soetkin Van Muylem (Vrede vzw), Wim De Ceukelaire (Filipijnengroepen België) , Pol Vandevoort (11.11.11) , Mich Crols (Forum voor Vredesactie), Bart Horemans (Pax Christi)

Opiniestuk is verschenen in De Standaard op 17 maart 200