"It's not about my politics. Something happened way to quick. A bunch of men who played it sick. They divide and conquer" -- Husker Du

Saturday, December 23, 2006

Tugboat


Galaxie 500 is one of my favorite bands ever and their first LP "Today" is still on heavy rotation. Somebody pointed me to their video of Tugboat, one of the songs on that album. It's an intriguing video for a timeless song with great guitars.

Friday, December 22, 2006

Whose assistance framework?

This afternoon I attended a meeting at our ministry of foreign affairs on the assistance to the health sector in Congo. I left with mixed feelings. Sure, Congo's health system needs aid, large amounts of it. Moreover, the focus on 'horizontal', primary care is definitely a positive aspect of the plan. But then, accessibility-or 'health for all'-doesn't seem to be properly addressed, considering that Congo's population is so poor. The plans raise more questions but one question is evident: Why are the plans once more written in Brussels and not in Kinshasa?

Raf Custers wrote on the Country Assistance Framework in Indymedia (Dutch).

Wednesday, December 13, 2006

1000 x Stop the killings

We targeted 750. We were 1000 last Monday to say "Stop the political killings in the Philippines" in front of the Philippine embassy in Brussels.

There's plenty of pictures on our website as well as on indymedia.be: 1, 2, 3

Sunday, December 10, 2006

Stop the killings in the Cordillera

Our "stop the killings in the Philippines" campaign is in full swing now. Tomorrow is the big day as we're expecting almost 800 people to represent every victim of political killings since 2001. I hope it will be adequately covered by the media because we've been working very hard these past few weeks.

Meanwhile we had some build-up activities, including an action in Gent focusing on the victims from the Cordillera region. As you can see in the pictures, it was quite a success. Moreover, the atmosphere was just right and made it not only a protest action but also a fitting tribute to the martyrs of the Cordillera. Unfortunately, not a single journalist deemed it important enough to cover. That's why I posted my own report on indymedia.

Sunday, November 19, 2006

Rainy Sunday afternoon

Nothing can bring me to tears, except music on a rainy Sunday. When I went to buy bread this morning in the drizzle I was looking forward to try that out again with the new Joanna Newsom album. I was in for another teary-eyed afternoon.

Joanna Newsom is different. She grew up in a family of musicians that counted Terry Riley as a neighbour and became a harpist. When she sings it is with a voice that has been compared to Björk's as well as to fingernails scratching on a chalkboard. Her lyrics are made up of dense, archaic verses that sound like anachronistic poetry. A song about het sister Emily, a weird fairy-tale about a monkey and a bear and 17-minute love song,... it's not exactly what you're used to.

"I wasn't born of a whistle or milked from a thistle at twilight
no, I was all horns and thorns, sprung out fully formed, knock-kneed and upright"

Or is it?

And... Steve Albini recorded the album. Let it sink in please, Steve "king of noise" Albini recorded an album of a harpist/singer. According to Joanna, Albini recorded the harp "in an insane and never-before-done manner". We are not surprised. More surprising is the collaboration with producer Van Dyke Parks (who wrote ans recorded the arrangements) and Jim O'Rourke who mixed it all together. The result is amazing and most unusual. Does it really sound like Björk? To me it sounds more like a soundtrack for Bambi. Who cares? Ys is definitely one of the best albums of 2006.

Friday, November 17, 2006

Remembering Hacienda Luisita Massacre

Two years after the Hacienda Luisita massacre it is fit to commemorate the martyrs with this video made by LA-based Phil-Ams.

Tuesday, November 14, 2006

Anniversary of Martial Law

Friday, October 06, 2006

Er waait een nieuwe wind achter de muur
HWC zorgt voor gezondheid en sociale mobilisatie in Palestina

Bij ons recent bezoek aan Palestina bracht onze partnerorganisatie, de Health Work Committees (HWC), ons naar de streek van Qalqilya. Dat is in het noorden van de Westelijke Jordaanoever en de dorpen liggen er letterlijk in de schaduw van de muur die Israël bouwde om de bezette gebieden af te sluiten van de buitenwereld. Toch bloeit de hoop op een betere toekomst er nu in de gemeenschapscentra dankzij de inzet van HWC en tientallen vrijwilligers.

“We hebben je iets nieuws te tonen,” zegt Majed, de directeur van HWC, al bij onze eerste vergadering in hun kantoor, “met onze gemeenschapscentra willen we een nieuwe dynamiek geven aan het gemeenschapsleven.” Léa, onze vrijwilligster die zelf negen jaar in Palestina werkte, en ik zijn meteen geïnteresseerd in dit nieuwe project.

Hij legt uit dat het idee rijpte na een evaluatie van de werking: “We verzorgen jaarlijks meer dan 300.000 patiënten en daar zijn we trots op maar toch waren we niet helemaal tevreden omdat we daarmee niets doen aan de grondoorzaken van ziekte en ongezonde situaties.” Daarom besloot HWC om gemeenschapscentra op te zetten in de dorpen die zich zouden richten op die sociale, politieke en economische factoren. De eerste pilootprojecten startten in tien dorpen in de streek van Qalqilya.

In Jayyus worden we meteen ontvangen door een enthousiaste groep vrijwilligers. Ze brengen ons eerst naar een raam dat vanuit de hoogte uitkijkt op de muur. Het wordt meteen duidelijk welke impact dat bouwwerk heeft op dit dorp. Ongeveer de helft van de landoppervlakte wordt zo afgesloten van het dorp. (Zie foto's en kaart op de website van de Stop the Wall campagne.)

Het gemeenschapscentrum van Jayyus startte een half jaar geleden met 15 mensen. HWC zorgde voor de inrichting van een lokaal en gaf raad over het beheer van een organisatie. Voor de rest gingen de mensen vooral zelf aan de slag.

De dorpelingen kozen een bestuur van zeven personen dat nu het centrum beheert. In totaal zijn er intussen al een veertigtal actieve leden. Ze zijn allen vrijwilligers die zich bereid verklaard hebben om zich voor minstens één jaar ten dienste te stellen van hun dorpsgenoten.

Sindsdien bruist het centrum van activiteit. Er worden lezingen gehouden over vakbondsrechten, de vrouwen organiseren een kinderopvang, vrijwilligers geven bijles Engels en wiskunde, er is een zomerkamp voor de kinderen.

Terwijl we nog met de verantwoordelijken praten komen enkele meisjes toe voor de computerklas. Een piepjonge leraar – een werkloze computerexpert – zet ze meteen aan het werk. Hij is tevreden dat hij op deze manier toch nog zijn kennis ter beschikking kan stellen van de gemeenschap, ook al is er bijna geen werk meer in de bezette Palestijnse gebieden.

Even later komt ook een vrijwilliger van de Union of Agricultural Work Committees toe. Deze zusterorganisatie van HWC helpt de Palestijnse boeren om hun landbouwactiviteiten te kunnen verderzetten. “De bouw van de muur en de nieuwe Israëlische kolonies hebben de problemen met het water hier nog doen toenenen,” legt iemand uit, “daarom namen we met het lokale gemeenschapscentrum het initiatief om de oude irrigatiekanalen te herstellen en te verbeteren.”

Onze volgende stop is Marda, een dorp in dezelfde streek dat volledig omheind werd door de Israëlische bezettingstroepen. Eerst rijden we voorbij een rokende afvalberg waar het vuilnis van de Israëlische kolonies gedumpt wordt. Om het dorp in te rijden vanop de hoofdweg moeten we door een hek. Zo kunnen de Israëli's het dorp op elk moment volledig afsluiten. Het zijn dergelijke 'details' in het landschap die je telkens met de neus op de feiten duwen dat dit bezet gebied is.

In Marda worden we opgewacht door de lokale burgemeester die zich resoluut achter het gemeenschapscentrum gezet heeft. Zijn verhaal is gelijkaardig want ook hier is het centrum slechts vijf maanden geleden opgestart. Intussen zijn er al comités voor kinderen, jongeren, mannen en vrouwen. Zij beslissen samen met de leden welke activiteiten er gepland worden. De rol van HWC beperkt zich tot ondersteuning van de initiatieven van de gemeenschap.

Na het bezoek druk ik aan Majed mijn bewondering uit voor de nieuwe wind in de werking van zijn organisatie. “Het is een noodzakelijke aanvulling van onze medische werking,” antwoordt Majed, “want zo werken we aan onze slogan: Gezondheidszorg heeft pas zin als het kadert in een bredere sociale verandering.” Meteen ook een mooie illustratie van hoe we het bij Geneeskunde voor de Derde Wereld altijd uitdrukken: 'Gezondheid, een kwestie van onrecht bestrijden.'

Foto's staan op de website van G3W.

Saturday, September 30, 2006

Demonstranten tegen Arroyo: "Stop the killings in the Philippines!"



BRUSSEL -- Het bezoek van de Filippijnse presidente Arroyo aan op 12 september ging niet ongemerkt voorbij. Vertegenwoordigers van ngos, vakbondsmilitanten en mensenrechtenactivisten vonden het de ideale gelegenheid om hun bezorgdheid over de mensenrechtensituatie in de Filippijnen kenbaar te maken. Daarbij schoven ze een eenvoudige maar krachtige eis naar voor: "Stop the killings!"

Sinds Arroyo in 2001 aan de macht kwam werden al bijna 750 slachtoffers van politieke moorden geteld. Vele van hen zijn leiders van volksorganisaties, vakbonden en progressieve politieke partijen maar ook journalisten, advocaten en gewone burgers werden gedood door doodseskaders.

Johan Fobelets, van de LBC, beet de spits af bij de actie in het hart van de Europese wijk: "Eigenlijk twijfelt niemand er nog aan dat het om een georganiseerde campagne gaat om de Filippijnse volksbeweging het zwijgen op te leggen." Hij kon meteen een hele reeks mensen opsommen die onlangs werden omgebracht omdat ze opkwamen voor de rechten van de gewone mensen.

Een pakkende getuigenis werd gebracht door Joris Smeets van Filippijnengroepen België. Hij vertelde over zijn vriend Markus "Makoy" Bangit, een leider van de Filippijnse inheemsen die onlangs werd vermoord.

Vlaams Parlementslid Eloi Glorieux en Kamerlid Inga Verhaert kwamen hun steun betuigen. Ze vonden dat ons land meer kan doen om druk te zetten op Arroyo.

De Filippijnse gemeenschap was duidelijk opgezet met de solidariteit. "Geloof maar niet dat alle Filipino's achter Arroyo staan," verklaarde een vertegenwoordiger van de Filippijnse gemeenschap in België terwijl een landgenoot de sfeer erin hield met enkele swingende protestsongs.

Ook Marie Enriquez van de Filippijnse mensenrechtenorganisatie Karapatan drukte haar tevredenheid uit. "Wij geven niet op zolang we weten dat jullie achter ons staan," besloot ze na een lange opsomming van mensenrechtenschendingen die haar organisatie recent had opgetekend.

De organisatoren van de protestactie, die samen de coalitie "Stop the killings!" hebben opgezet, kijken al uit naar 11 december. Dan willen ze, ter gelegenheid van de internationale dag van de mensenrechten, opnieuw manifesteren aan de ambassade van de Filippijnen. "Als iedereen negen anderen kan overtuigen, dan is elk slachtoffer van een politieke moord bij de actie vertegenwoordigd," opperde één van de activisten.

www.stopthekillings.be

Thursday, August 24, 2006

“Ik ben nummer 15 op de dodenlijst”

In de Filippijnen telt men al meer dan 700 politieke moorden sinds de huidige presidente, Gloria Macapagal-Arroyo aan de macht kwam in 2001. Doodseskaders hebben het vooral gemunt op progressieve activisten en leiders van volksorganisaties. Ook gezondheidswerkers worden geviseerd. Een Filippijnse medewerkster van één van de partnerorganisaties van Geneeskunde voor de Derde Wereld, een lokale gezondheidsorganisatie, stuurde ons de volgende pakkende getuigenis:

“Het is nu al bijna twee maanden sinds ik thuis weg ging nadat ik te weten kwam dat ik op de dodenlijst sta. Nu probeer ik de eenzaamheid en verveling te overleven. Ik ben een vreemde hier, ver van mijn collega's en mijn geliefde familie. Zonder hen vind ik de eenzaamheid bijna onleefbaar.

Terwijl ik vroeger steeds aan het werk was, tel ik nu de uren en de dagen af en hoop ik dat ik vlug terug kan gaan.

Het is niet gemakkelijk om te leven als een gevangene of een opgejaagde vluchteling. Ik adem, eet en slaap elke dag alleen en kan enkel naar buiten gaan om eten of een krant te kopen. En dan kijk ik argwanend naar de gezichten om me heen als ik door de straat loop of een ritje maak.

Mijn mobiele telefoon is mijn enige verbinding met de buitenwereld. Net voldoende om korte berichtjes te ontvangen van vrienden, collega's en familie. Het is me een raadsel hoe ik de eenzaamheid zou kunnen overleven zonder hun berichten.

Het is een beproeving maar ik put hoop uit de ervaringen van anderen die erger hebben doorstaan: detentie, mentale en fysieke folteringen en lange jaren van opsluiting. Er is niet veel dat ik kan doen tenzij overleven en doorzetten.

Op de dodenlijst

Het was in de avond van 17 juni. Die dag werd in Oroquieta City een collega van me doodgeschoten waarmee ik dezelfde dag nog een afspraak had. Mijn broer belde me op. Hij was verbaasd om mijn stem te horen want volgens hem werd in onze stad onder journalisten verteld dat ik dood was. Ik kon hem geruststellen dat het iemand anders was. Spijtig genoeg iemand die ik kende maar ik was nog niet dood.

Twee dagen later kreeg ik bericht van mijn broer dat zijn vrienden in de inlichtingendiensten hem de dodenlijst getoond hadden. Ik was nummer 15 op de lijst. Hij zei dat zijn vrienden lieten weten dat ze ervoor konden zorgen dat ik veilig naar onze stad kon reizen om me er “over te geven”. Tot op vandaag blijft dit “aanbod” geldig volgens mijn broer.

Twee dagen geleden vroeg ik mijn broer nogmaals of hij wel zeker was dat het mijn naam was. Hij antwoordde dat hij mijn volledige naam zag, zelfs met de beginletter van mijn meisjesnaam. Ik legde hem uit dat ik geen misdadiger ben en dat ik geen enkele wet heb geschonden; dat ik een gerespecteerde positie heb in een gezondheidsprogramma dat zich bekommert om de armen. Waarom zouden ze me dan vermoorden?

Ik las een brochure van de mensenrechtenorganisatie over Oplan Bantay Laya (het militaire programma tegen de lokale oppositie) en ik was geschokt. Onschuldige burgers, zelfs kerkleiders, advocaten, vrouwen en dokters worden slachtoffer van standrechtelijke executies onder de regering van president Arroyo.

Abel

Ik herinnerde me de ontvoering van Abel, een staff van de Community Based Health Services (CBHS) in Misamis Occidental op 9 april. Ik was de laatste die Abel nog gezien had de avond voordien. Na de vergadering ging ze met me mee tot aan de grote weg waar ik op het busje wachtte. Later die avond zond ze me nog een berichtje om er zeker van te zijn dat ik al terug op kantoor was. De volgende dag, in de late namiddag werd ze door gewapende mannen ontvoerd toen ze terugging naar het kantoor van CBHS.

Volgens haar verklaringen aan de mensenrechtenorganisatie Karapatan werd de weg versperd door de auto van de gewapende mannen. Zij alleen werd uit het busje gesleurd hoewel er meerdere passagiers waren. Daarna werd ze geblinddoekt en de hele nacht ondervraagd. Ze mocht enkel “ja” of “neen” antwoorden. Ze vertelde dat mijn naam vernoemd werd samen met die van Pastor Jeremias Tinambacan van de United Church of Christ (UCCP) en Tito Marata, een boerenleider.

Tinambacan werd een maand later vermoord, op 9 mei. Marata was degene die vermoord werd op 17 juni, de dag dat ik een afspraak had met hem.

Abel's ontvoerders zonden me berichtjes met haar telefoon en ik antwoordde zonder te weten dat het niet zijzelf was. Toen Abel de volgende dag werd vrijgelaten kreeg ze haar sim kaart terug met de boodschap dat haar familie het zou bekopen indien iemand uit haar telefoonboek zijn of haar nummer zou veranderen.

Op 10 mei stuurde ze me een bericht dat ze zou langskomen om de doorverwijzing van enkele patiënten te bespreken. Ze kwam echter niet opdagen. Uiteindelijk vluchtte ze met haar hele gezin naar een andere streek nadat ze verschillende dagen geschaduwd werd door mannen op motorfietsen.

Waarom ik niet?

Ik vroeg me af waarom ik niet ontvoerd werd in plaats van Abel en waarom ik niet openlijk bedreigd werd zoals vele anderen. Een vriendin van me, die bij een hulporganisatie werkt, werd verschillende keren bedreigd door militairen: op de markt, in de bus, in een restaurant,... . Blijkbaar is mijn zaak verschillend. Misschien zullen ze me ooit eens zonder enige verwittiging in het hoofd schieten zoals ze met Pastor Tinambacan en Tito Marata deden.

Hoeveel verhalen blijven nog onvermeld? Het waren immers niet enkel Pastor en Tito die in onze streek vermoord werden maar ook verschillende andere boerenleiders en leden van progressieve politieke partijen. In geen enkel van deze gevallen werden de schuldigen veroordeeld.

Op de laatste avond voor van Tito's begrafenis werd een militaire truck met soldaten in uniform geparkeerd voor het huis waar de wake doorging. Vrienden, collega's en familieleden brachten hulde aan deze buitengewoon nederige en zachte persoon. Het was een sprekend zicht: soldaten in gevechtsuitrusting, begrafenisverlichting en de doodskist met het lichaam van een vriend in de woonkamer. Zijn moordenaars waren misschien om de hoek.”

Wednesday, July 19, 2006

Israel attacks Lebanon

Wednesday, May 31, 2006

20 kilometer van Brussel voor de Filippijnen


Voor de tweede keer namen we met een ploeg van Geneeskunde voor de Derde Wereld mee aan de 20 kilometer door Brussel. Ook voor mij was het de tweede deelname maar toch was ik weer flink zenuwachtig toen we om kwart na één op kantoor verzamelden om samen naar het Jubelpark te trekken. Onderweg worden we al opgebeld door Rob die ons maar niet kan vinden in het park en als we uiteindelijk op de afgesproken plaats aankomen blijkt dat ook enkele andere lopers al een tijdje naar ons op zoek zijn. Het is duidelijk: de zenuwen staan gespannen.

Uiteindelijk slagen we er toch in om iedereen van t-shirts, een banaan en een slok water of sportdrank te voorzien en om een groepsfoto te nemen. Een half uur voor de start is er nog een afspraak met Gella Vandecaveye voor een foto met haar. Daarvoor moet ik echter passen. In extremis moet ik (de zenuwen!) nog eens plassen maar voor de toiletten staat een lange rij en bovendien moet men er betalen. Alsof ik tien minuten voor de start nog met geld op zak loop! Kortom, uiteindelijk moet een haag in het Jubelpark het bekopen.

Als ik me naar de startvakken begeef staan die al overvol. Ik kan nog langs de zijkant aansluiten in mijnvak. Dankzij mijn prestatie van vorig jaar sta ik veel dichter dan vorige keer toen ik nog in het laatste vak moest vertrekken. Ik ben nog op tijd voor een flard van het Belgisch volkslied en dan gaat, hoog boven onze hoofden, het startschot af. Het blijft schrikken, zo'n kanonschot, ook al wist ik van vorig jaar dat het een flinke knal is.

KM 0: In tegenstelling tot vorig jaar kom ik nu vrij vlug in beweging. Maar als we net onder de bogen door zijn staan we al opnieuw stil. Her en der staan lopers te plassen. Ik ben niet de enige met een zenuwachtige blaas. Uiteindelijk bereiken we half lopend, half stappend na drie minuten het einde van het Jubelpark. Hier gaan we de matten over die de chip activeren. Vanaf nu loopt de tijd en is het menens.

KM 2: In de Wetstraat voel ik al dat het vlot loopt. Ik vind meteen mijn ritme, ga vlot met de massa mee en moet zelfs voortdurend andere lopers voorbijsteken. Wanneer we de Regenstchapstraat indraaien krijg ik een fantastisch zicht op de massa lopers die op het Justitiepaleis afstormen. Hoewel ik anders niet zo van massamanifestaties houd, kan ik niet ontkennen dat dit een kick geeft.

KM 5: In de tunnels van de Louizalaan blijft het druk en moet ik nog regelmatig uitwijken om andere lopers te passeren. Twee lopers duwen er samen een rolstoel voort en krijgen felicitaties van de anderen. Ik steek ook Artur voorbij, iemand met wie ik enkele keren ging trainen. Hopelijk lukt het hem nu om binnen de twee uur te finishen. Daar droomt hij al jaren tevergeefs van.

KM 7: Het Terkamerenbos is het leukste stuk van het parcours. De lanen zijn breed en kronkelen doorheen het schaduwrijke bos. Ik loop nog altijd vlot en begin voor het eerst aan de tijd te denken. Als het zo voortgaat zit een verbetering van mijn tijd (1u59 vorig jaar) er zeker in.

KM 11: De Rooseveltlaan is saai en lastig door enkele heuveltjes. Op km 11 haal ik Hilde, een ploegmaatje, in op een van de hellingen. Ze heeft het duidelijk lastig en doet me teken dat ik beter doorga.

KM 14: Ik krijg terug een oranje t-shirt in het vizier. Wie kan dat zijn? Ik herken Sebbe en besef dat ik best niet zou proberen om hem in te halen. Normaal gezien loopt hij een stuk sneller dan ik.

KM 15: Nu begint het wat moeilijker te gaan. Ik begin mijn spieren te voelen en dan nog vooral mijn kuiten. Op enkele kilometers van de klim op de Tervurenlaan vind ik dat zorgwekkend. Bovendien komt Mohamed van onze ploeg me vlotjes voorbij. Ik besef dat ik even op de tanden moet bijten en blijf ondanks alles het tempo aanhouden.

KM 17: Daar is ze: de Tervurenlaan. De helling begint zachtjes maar al vlug moet ik het tempo wat vieren. Enkelen gaan me vlot voorbij, zelfs een loper die als clown verkleed is, maar de meesten schijnen net hetzelfde probleem te hebben als ik met deze helling. Ik sla de laatste bevoorrading over wetende dat de aankomst nabij is.

KM 19: Nu gaan we recht op de triomfboog van het Jubelpark af. Toch slaag ik er niet in om er nog een eindspurt uit te persen. Enkele spurters gaan me nog vlot voorbij. Mij deert het niet meer: ik ben toch al zeker dat ik mijn tijd van vorig jaar al flink verbeterd heb.

KM 20: Uiteindelijk staat de klok op 1:47 als ik over de finish ga. De officiële tijd is 1u43. Reden dus om zeer tevreden te zijn.

Achteraf is het weer heel gezellig aan onze stand in het park. Er is fruit, koffiekoeken en zelfs trappist. Sommigen zoals Miriam en Rob zijn zeer opgetogen over hun prestatie; anderen iets minder. Over het algemeen is iedereen het er echter over eens dat we volgend jaar opnieuw moeten deelnemen. Hopelijk lopen we dan opnieuw voor de partners van Geneeskunde voor de Derde Wereld in de Filippijnen.

Meer foto's hier.

Tuesday, April 25, 2006

Interview met Ka Paeng

Het Filippijnse Department of Justice diende een aanklacht in wegens "rebellie" tegen 49 opposanten. Daaronder zijn ook de 6 progressieve volksvertegenwoordigers. Vijf van hen houden zich al bijna twee maanden dag en nacht op in het parlementsgebouw om aan arrestatie te ontsnappen. Het gaat overduidelijk om politieke vervolging. De Luxemburgese ngo ASTM plaatste intussen een lang interview op haar website met boerenleider Ka Paeng, één van de 5.
"Boerke" lanceert solidariteitscampagne met Filippijnse boeren

Op 23 april werd tijdens de wekelijkse markt in Ledeberg (Gent) het startschot gegeven voor de campagne ”Land is leven! De Filippijnse boeren hongeren naar gerechtigheid”. Deze campagne vraagt aandacht voor de problematiek van voedselzekerheid in de Filippijnen. Een aantal ontwikkelingsorganisaties en solidariteitscomités steunen er in samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen de lokale inheemse bevolking die werkt aan duurzame alternatieven in de Cordillera, een bergstreek in het Noorden van het land.

In België wordt campagne gevoerd om de verzuchtingen van de Filippijnse boeren te ondersteunen. Pieter De Poortere (www.boerke.be) ontwierp daarvoor een postkaart. De tekening toont het stripfiguurtje Boerke als Filippijnse boer. Net zoals vele andere Filippijnse boeren heeft Boerke de teelt van voedsel opgegeven omwille van de oneerlijke concurrentie op de wereldmarkt. Hij is in plaats daarvan overgeschakeld op snijbloemen voor de rijken in de steden en voor de export naar rijke landen. Uiteindelijk trekt hij echter weer aan het kortste eind en rest hem geen andere keuze dan bloemen te eten.

Op zondag 23 april werd een levensgrote versie van de tekening ingekleurd op de markt in Ledeberg onder het motto “Geef kleur aan de Cordillera”. Kinderen en jongeren uit de buurt staken een handje toe terwijl de ouders werden aangesproken over de campagne. Zowel Vlaamse solidariteitswerkers als Filippijnse migranten gaven tekst en uitleg bij de campagne.

Campagne:
De inheemse volkeren van de Cordillera beschouwen het bergland van de Cordillera als hun voorouderlijke gronden onder het motto “Land is Leven”. Eeuwenlang hebben ze hun gronden bewerkt op een duurzame manier en daarmee voor hun eigen voedselvoorziening ingestaan.
Maar hun voedselvoorziening wordt bedreigd door een reeks van factoren.
Vele gewone boeren hebben te weinig land of zijn pachter en zijn ze te arm om landbouwmachines aan te schaffen. De landbouwproductie is er dan ook laag.
Bovendien is een groot deel van de grond ingepalmd door grootgrondbezitters of multinationale ondernemingen. Op de grond komen plantages voor export, grootschalige goudmijnen, golfterreinen, enz. Projecten die geen voedsel opleveren voor de lokale bevolking.
Tenslotte wordt de Filippijnse markt ook nog overspoeld door goedkope buitenlandse groenten en voedingwaren. De Filippijnse boeren kunnen niet concurreren met deze producten, en gaan bijna failliet.
De lokale bevolking blijft echter niet bij de pakken zitten en werkt aan een alternatief. Lokale boerenorganisaties en organisaties van vrouwen, inheemse volkeren en jongeren slaan de handen in elkaar om hun lot te verbeteren en op te komen voor hun rechten. Ze zorgen voor gezamenlijke bewerking van de grond en voor een grotere diversiteit in wat er op het land verbouwd wordt. Ze werken samen aan degelijke irrigatiesystemen voor het land en zoeken naar goedkope en efficiënte landbouwtechnologieën.
En ze laten hun stem horen: in het protest tegen de Wereldhandelsorganisatie en tegen de liberalisering van de markt, tegen het grootgrondbezit en de buitenlandse ondernemingen. Die strijd loont. Enkele mijnen werden gesloten, de plannen voor een mega-dam werden in de koelkast gestopt door het verzet van de bevolking. Zo werden vele dorpen tot vandaag beschermd tegen verdere milieuverloedering en verarming.
Filippijnengroepen België, KWIA (Steungroep voor inheemse volken), Bevrijde Wereld en Cordi-Bel (organisatie van Filippijnse migranten) willen hen helpen om dat alternatief waar te maken. In samenwerking met de Provincie Oost-Vlaanderen, die al verscheidene jaren ontwikkelingsorganisaties in de Cordillera ondersteunt, lanceren ze deze solidariteitscampagne.

Meer foto's op indymedia.

Monday, April 03, 2006

Vakbonden, parlementairen en ngo's in de bres voor democratie in de Filippijnen

Brussel, 30 maart 2006 -- Een zeventigtal vakbondsmilitanten en Derde Wereldactivisten verzamelden voor de Filippijnse ambassade in Brussel om hun ongenoegen te uiten over de inbreuken tegen de democratie en de vrije meningsuiting in het land. Het intiatief ging uit van ACV-Brussel, 11.11.11 en Filippijnengroepen België en werd gesteund door ABVV-Brussel, KWB, ACOD Limburg, Bevrijde Wereld, Wereldsolidariteit, Broederlijk Delen, Vlaams Internationaal Centrum en intal.

Parlementsleden Eloi Glorieux, Jan Roegiers, Jos Stassen en Rudi Daems sprongen in de bres voor hun vijf vervolgde Filippijnse collega's die zich al bijna een maand schuil houden in het parlement om aan arrestatie te ontkomen. Vakbondsleiders Jacques De Batty (adjunct verbondssecretaris ACV-Brussel) en Philippe Van Muylder (verbondssecretaris ABVV-Brussel) spraken hun bezorgdheid uit over volksvertegenwoordiger en vakbondsman Crispin Beltran die al drie weken in de cel zit omwille van zijn oppositie tegen president Gloria Arroyo. Tijdens een onderhoud met de Filippijnse zaakgelastigde wezen ze erop dat haar land goed op weg is om Colombië naar de kroon te steken wat het grootste aantal moorden op vakbondsmilitanten betreft.

Vertegenwoordigers van de Noord-Zuidbeweging sloten daarbij aan met hun verontwaardiging over de aanhoudende politieke moorden op progressieve basisactivisten in de Filippijnen. Ze brachten ook het feit ter sprake dat de media er, een maand na het afblazen van een weeklange noodtoestand, nog altijd gemuilkorfd blijft. De woordvoerders van deze brede coalitie verzekerden de diplomaten ervan dat ze de situatie in hun land op de voet zouden blijven volgen en namen zich voor om verder actie te voeren tot een eind komt aan de politieke moorden en de mensenrechten, democratie en vrije meningsuiting terug gerespecteerd worden door de Filippijnse overheid.

More photos on indymedia.

Sunday, March 12, 2006

Amnesty concerned about human rights in the Philippines

Amnesty International has not been very vocal about the deteriorating human rights situation in the Philippines but recently they have issued a strong statement that accurately describes the situation since the crackdown on dissenters in the military, the media, and mainstream politics. The human rights watchdog sees "political motives behind recent selective arrests and launch of criminal proceedings". According to Amnesty, "the political Left in particular may have been targeted for a repeated series of arrests on a variety of spurious charges."

Amnesty International also calls on the authorities "to fulfil their obligation to protect the right to life, not least by conducting prompt, thorough, impartial and effective investigations" of the recent wave of political killings. This would be long overdue but it is doubtful whether the current regime of Gloria Macapagal-Arroyo has any intention to do justice to the victims of those killings. Its inaction speaks volumes about its own implication. We might as well add our voice to the clamor for its ouster and hope the next regime will clean the country's tainted human rights record.

Thursday, March 02, 2006

Briefschrijfactie tegen noodtoestand en repressie in de Filipijnen

De Vlaamse Noord-Zuidbeweging is erg bezorgd over de politieke situatie in de Filipijnen en roept iedereen op om actief mee de mensenrechten te verdedigen. Stuur een brief naar Minister van buitenlandse zaken Karel De Gucht. De Belgische regering moet alles doen wat in haar macht ligt om de Filipijnse regering tot rede aan te zetten.


Nauwelijks 24 uur na de afkondiging van de noodwet door president Gloria Macapagal-Arroyo op vrijdag 24 februari, werd al een progressief parlementslid gearresteerd, werd de zaterdageditie van een oppositiekrant in beslag genomen en een aantal betogingen uiteengeslaan. Op maandag 27 februari werden uiteindelijk zes volksvertegenwoordigers van progressieve partijen aangeklaagd wegens "rebellie".


Allen hebben ze een opmerkelijke staat van dienst in de Filipijnse volksbeweging voor ze verkozen werden. Crispin Beltran was voorzitter van de vakbond KMU en Rafael Mariano van de boerenbeweging KMP. Teodoro Casiño en Liza Maza waren algemeen secretaris van respectievelijk de koepel van volksorganisaties BAYAN en de vrouwenbeweging Gabriela. Joel Virador was actief in de mensenrechtenorganisatie Karapatan en Satur Ocampo, een veteraan van de gevangenissen tijdens de Marcos dictatuur, in de organisatie van ex-politieke gevangenen, Selda. Velen onder hen waren al in België te gast en zijn ze geen onbekende voor de Belgische sociale beweging.



In de Filipijnen klinkt het protest tegen Proclamatie 1017 en het vervolgen van politieke activisten  steeds luider. Beide zijn een aanfluiting van de democratie en de arrestaties dienen om post factum de noodtoestand te legitimeren. Ook in België verenigt de Noord-Zuidbeweging zich om zowel de noodtoestand als de arrestaties af te wijzen. Alles wijst erop dat er nog meer zullen volgen. De politie overhandigde aan het ministerie van justitie een lijst van 59 personen die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan rebellie, diverse ngo’s worden in de gaten gehouden en een aantal ngo-medewerkers worden geschaduwd.


We roepen op om een brief te sturen naar Minister van buitenlandse zaken, Karel De Gucht, met de vraag alles in het werk te stellen om de Filipijnse regering tot rede te brengen. Een voorbeeld staat op de website van 11.11.11.

Sunday, February 26, 2006

Filippijnse 'noodtoestand' richt zich tegen progressieve oppositie: Vakbondsleider gearresteerd


De Filippijnse volksvertegenwoordiger en vakbondsleider Crispin Beltran werd op zaterdag 25 februari gearresteerd, bijna 24 uur nadat presidente Gloria Macapagal-Arroyo de noodtoestand uitriep. Zijn arrestatie en aanhoudende detentie toont aan dat het uitroepen van de noodtoestand voor Arroyo een onrechtmatige poging is om zich vast te klampen aan de macht en elke oppositie uit te roeien.

Crispin Beltran, van de progressieve partij Anakpawis, werd gearresteerd van zodra hij zijn huis verliet in de provincie Bulacan, ten noorden van de Filippijnse hoofdstad Manilla. Hij was op weg naar een persconferentie van de parlementaire oppositie.

De 73-jarige Beltran, kortweg "Ka Bel" in de Filippijnse volksbeweging, werd bekend als de leider van de Filippijnse vakbond KMU. Als vakbondsleider bezocht hij België verschillende keren. Hij is dus geen onbekende voor syndicalisten van de beide grote vakbonden in ons land. In eigen land is Ka Bel geliefd en geroemd onder de arbeiders en armen die hij vertegenwoordigt in het parlement dat voor de rest bijna uitsluitend wordt bevolkt door vertegenwoordigers van de schatrijke elite. Sinds 2001, toen hij zijn intrede maakte in het parlement onderscheidde hij zich als een principiële pleitbezorger van de armen die respect afdwong van vriend en vijand.

Ka Bel begon zijn beroepscarrière als een man van twaalf stielen en dertien ongelukken voor hij taxichauffeur werd in de grootstad Manilla. Tijdens de dictatuur van Ferdinand Marcos kwam hij op het voorplan als vakbondsleider en werd hij algmeen secretaris van de nieuwe vakbond KMU. In 1983 werd hij samen met de voorzitter van de KMU, Bert Olalia, en dertig anderen gearresteerd bij een inval in het vakbondskantoor. Later zou hij erin slagen om uit de gevangenis te ontsnappen waarna hij onderdook tot Marcos werd verdreven door een volksopstand, exact twintig jaar voor zijn recente arrestatie.

De aanklager legt Ka Bel ten laste dat hij zou opgeroepen hebben tot rebellie. De politieke achtergrond van zijn arrestatie is echter overduidelijk. Arroyo verwees als reden voor het uitroepen van de noodtoestand naar een zogenaamde samenzwering van communisten en opstandelingen in het leger en kondigde aan iedereen te laten arresteren die bij het plan betrokken zou zijn. Ze kondigde ook een betogingsverbod af en plaatste de media onder overheidscontrole. Blijkbaar wil ze de de politieke oppositie uitschakelen.

Beltran's collega Satur Ocampo van de partij Bayan Muna, die in juni 2005 tijdens een bezoek aan ons land nog verschillende Belgische parlementsleden ontmoette, ontsnapte ternauwernood aan een arrestatie toen hij de persconferentie van de oppositie verliet. Gewapende agenten in burger stopten zijn auto en arresteerden zijn chauffeur en secretaris terwijl de volksvertegenwoordiger in een andere auto kon ontkomen. Sindsdien is hij ondergedoken, net zoals andere kopstukken van de oppositie. Een honderdtal tegenstanders van Arroyo, waaronder minstens één generaal, zouden al aangehouden zijn.

Intussen komt het verzet tegen de noodtoestand op gang. De populariteit van Arroyo was immers al bijzonder laag wegens de ongebreidelde corruptie, het kiesbedrog tijdens de verkiezingen van 2004, de toenemende mensenrechtenschendingen en de aanhoudende armoede in het land. Tijdens het weekend moest de legerleiding nog een opstand van de mariniers de kop in drukken en de progressieve volksbeweging lanceerde al verschillende protestbijeenkomsten en meer protest kan verwacht worden in de komende dagen. Vanuit de gevangenis riep Ka Bel zelf op om de strijd tegen Arroyo op te voeren.

Friday, February 24, 2006

Filippijnengroepen België klaagt noodtoestand in de Filippijnen aan

Filippijnengroepen België, het netwerk van solidariteitsgroepen met de volksbeweging in de Filippijnen klaagt het uitroepen van de noodtoestand in de Filippijnen aan en roept op tot solidariteit met de protesterende volksbeweging.

Dag op dag twintig jaar nadat dictator Marcos werd verdreven, kondigde de Filippijnse presidente Gloria Macapagal-Arroyo deze morgen de noodtoestand af. Daarmee gaf ze het leger de opdracht om iedereen te arresteren die betrokken zou zijn bij een eventuele poging tot machtsovername. Ze kondigde ook een betogingsverbod af en plaatste de media onder overheidscontrole. Volgens de presidente werd een coup beraamd door figuren uit de politieke oppositie, opstandige fracties in het leger en door de communistische guerrilla, het New People's Army.

Volgens onze vertegenwoordigers in de Filippijnen trokken vandaag tienduizenden, ondanks het betogingsverbod, toch de straat op om zoals gepland het einde van de dictatuur te herdenken en te protesteren tegen de toenemende repressie onder Arroyo's bewind. De protesten werden aangevoerd door progressieve volksorganisaties, maar ook sleutelfiguren uit de traditionele politieke oppositie, zoals ex-presidente Corazon Aquino en ex-vice-president Teofisto Guingona, spraken de betogers toe.

Het protest tegen de presidente nam toe sinds de betwiste verkiezingen van mei 2004 en de latere openbaringen over haar ongeoorloofde interventies in het verkiezingsproces. De repressie neemt hand over hand toe en eiste vorig jaar 179 doden. Elke week wordt minstens 1 politieke activist koelbloedig vermoord door doodseskaders. De constatatie dat twintig jaar na het verdrijven van de dictator noch de politieke, noch de economische situatie van het land noemenswaardig verbeterd zijn, legde de basis voor de massale protesten tegen haar bewind.

Sunday, January 29, 2006

Corporate responsibility?


I've never believed in corporate responsibility but maybe I'll have to change my mind. Some companies do have a heart and can make a difference for social change. No, I'm not talking about Red, Bono's collaboration with the rich and infamous but about Fighters and Lovers, a young Danish company that warns its customers might experience legal problems because of US or EU "antiterrorist" legislation.