"It's not about my politics. Something happened way to quick. A bunch of men who played it sick. They divide and conquer" -- Husker Du

Tuesday, November 22, 2005

Filipino's wijken niet voor toenemende repressie


Moordpartijen en repressie tegen progressieven: het blijft rommelen in de Filipijnen, een Zuidoost-Aziatisch land dat bijna tien keer zo groot is als België. De volksbeweging laat zich echter niet intimideren en de positie van de Filipijnse presidente Arroyo, goede maatjes met de Verenigde Staten, staat onder zware druk.

Vakbondsmilitanten riskeren de kogel

De lijst van vermoorde progressieven in de Filipijnen wordt steeds langer. Alleen al dit jaar brachten doodseskaders en militairen meer dan 120 activisten om.

Dinsdagavond 25 oktober 2005: Ric Ramos heft samen met enkele andere vakbondsmilitanten het glas op een succesvolle strijd. Er is reden tot feesten want de directie van de suikermolen van Hacienda Luisita, waar Ramos voorzitter is van de vakbond, heeft eindelijk 50.000 euro achterstallige lonen uitbetaald. Enkele ogenblikken later valt Ramos dood op de grond. Geveld door twee kogels in het hoofd

De moord komt bijna één jaar na de slachtpartij aan het stakingspiket waarbij zeven stakers werden doodgeschoten en 35 gewonden vielen. De 4.000 arbeiders en landarbeiders van de suikerplantage waren op dat moment tien dagen in staking om de heropname van 327 ontslagen landarbeiders te eisen, een rechtvaardig loon en hun rechtmatig deel van de grond.

Toen de arbeiders stakersposten oprichtten, greep het leger naar de wapens, wat uitliep op het bloedbad van 16 november. Daar bleef het niet bij. In de nasleep werden ook nog eens vijf sympathisanten van de stakers, waaronder een priester en een gemeenteraadslid, vermoord door "onbekenden".

Vakbondsmensen twijfelen er niet aan dat het Filipijnse leger achter de moorden zit. Bij de moord op Ric Ramos werd een militair wapen gebruikt. Er waren al verschillende maanden militairen gelegerd in het dorpje waar hij woonde. Twee soldaten kwamen de dag van de moord twee keer naar zijn huis, en enkele minuten voor de moord werd in de buurt een groepje mannen in uniform opgemerkt.

Bloed in de koffie

Donderdagavond 22 september: onbekenden schieten Diosdado "Ka Fort" Fotunato tweemaal in de rug van op een motorfiets, terwijl hij van de stakerspost bij Nestlé naar huis rijdt. Ka Fort was sinds 1988 voorzitter van de vakbond van de Nestléfabriek in Cabuyao, ten zuiden van de hoofdstad Manilla. Hij volgde zijn voorganger op nadat die ook al voor de fabriekspoort was doodgeschoten.

De arbeiders van de Nestléfabriek zijn al meer dan drie jaar in staking, nadat de directie besliste de pensioensrechten van de arbeiders op te schorten en zelfs weigerde pensioenen op te nemen in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Alle stakers werden ontslagen en vervangen door andere arbeiders, maar ze sleepten Nestlé voor de rechtbank. Ze wachten nog altijd op een uitspraak. Aangezien de stakersposten aan de fabriekspoorten herhaaldelijk met geweld ontruimd werden, startten de stakers een boycotcampagne met de slogan: "Er zit bloed in je koffie." In de Filipijnen is Nestlé immers vooral bekend als producent van oploskoffie.

Ka Fort was één van de centrale figuren in de staking en het vakbondswerk in de hele regio. De dag voor hij vermoord werd, hield hij 's morgens nog een toespraak op een betoging en leidde hij in de namiddag een actie aan de fabriekspoort. Bij beide activiteiten probeerden het leger en de politie de actievoerders te intimideren door hen te fotograferen en te filmen. Tot op vandaag is er nog steeds geen duidelijkheid over de daders van de moord of hun opdrachtgevers.

Een systematische campagne

Net als Ric Ramos werd Ka Fort het slachtoffer van een systematisch campagne om progressieve activisten uit te moorden. Hun vakbonden zijn aangesloten bij de Kilusang Mayo Uno (KMU), de strijdbare, linkse vakbondsfederatie. Sinds presidente Gloria Arroyo in 2001 aan de macht kwam, zijn al meer dan 480 politieke activisten, journalisten, vakbondsmensen, boerenleiders en progressieve kerkmensen vermoord door doodseskaders en militairen. Sinds begin dit jaar al 120. Velen van hen zijn lid of sympathisant van progressieve volkspartijen als Bayan Muna, Anakpawis en Gabriela, die ook in het Filipijnse parlement vertegenwoordigd zijn.

"Tot voor kort beweerde de overheid altijd dat de communistische guerrilla (die een gewapende strijd voert in de Filipijnen, nvdr) de wapens maar moest neerleggen en beter zou deelnemen aan de verkiezingen," schrijft een politiek commentator in het populaire webmagazine www.bulatlat.com, "maar deze systematische campagne toont aan dat een linkse parlementaire oppositie niet wordt geduld, en schijnt het gewapende linkse verzet gelijk te geven als ze zeggen dat men enkel met de wapens verandering kan afdwingen in dit land."

Filipijnse presidente mikpunt van volksprotest

Om verschillende redenen is de positie van de Filipijnse presidente Gloria Arroyo onhoudbaar. Ze weert zich als een duivel in een wijwatervat, maar het volksprotest blijft groeien.

Populair is ze nooit geweest, Gloria Macapagal-Arroyo. Het is zelfs de vraag of ze ooit verkozen werd. In 2001 kwam ze aan de macht nadat de vorige president, ex-filmster Joseph 'Erap' Estrada, moest wijken wegens massale protesten. Bij de presidentsverkiezingen van vorig jaar regende het klachten wegens onregelmatigheden, maar met de steun van de Verenigde Staten werd Arroyo als 'verkozen' presidente erkend.

In juni van dit jaar was het weer prijs. Er kwamen geluidsopnamen aan het licht van telefoongesprekken tussen de presidente en een lid van de 'onafhankelijke' verkiezingscommissie. Arroyo verzocht de man haar minstens een miljoen stemmen voorsprong te bezorgen bij de verkiezingen. "Dat kan geregeld worden mevrouw", was het antwoord. En zo geschiede.

Over de verkiezingsfraude kon geen twijfel meer bestaan. Maar ook de corruptie liep de spuigaten uit en telkens een onfris zaakje aan het licht kwam, viel de naam van de echtgenoot van de presidente. Op een bepaald moment stuurde Arroyo hem zelfs naar de Verenigde Staten, om af te koelen.

Ook de toenemende repressie is een reden voor het volksverzet. Betogingen worden in de hoofdstad Manilla niet meer geduld, en met geweld uit elkaar gedreven. Zelfs bisschoppen en Arroyo's vroegere vice-president kregen het waterkanon over zich heen.

De drie volkspartijen spelen een sleutelrol in de oppositie tegen de presidente. Ze waren drijvende krachten achter de afzettingsprocedure die in het parlement tegen haar werd aangespannen. Tevergeefs: de meerderheid van het parlement, dat vooral uit grootgrondbezitters en steenrijke zakenmensen bestaat, bleef achter de presidente staan.

Oppositie op alle fronten

Aangezien het parlement er niet in slaagde om recht te spreken, werd een volkscongres in het leven geroepen om de verschillende aanklachten van fraude, corruptie en mensenrechtenschendingen te onderzoeken. Het initiatief wordt breed gedragen: politici, bisschoppen, religieuzen, vooraanstaande advocaten en artiesten verlenen hun steun.

Ook de volksbeweging speelt een sleutelrol in het volkscongres, en nam de voorbije maanden het voortouw in de straatprotesten. Een eerste hoogtepunt was er in juli toen 80.000 Filipino's verzamelden om te protesteren tegen de opening van het parlementaire jaar door Arroyo. Na woelige weken met bijna dagelijkse acties en betogingen, kwam een nieuw hoogtepunt op 21 oktober toen tienduizenden boeren naar het paleis trokken.

Hoewel de golf van politieke moorden de nationale kopstukken van de volksbeweging tot nu toe heeft ontzien, worden de bedreigingen met de dag explicieter. Op de dag voor de grote boerenbetoging van 21 oktober 2005 beweerde een woordvoerder van het leger voor de camera's dat de populaire volksvertegenwoordiger Satur Ocampo geld geeft aan het NPA, de communistische guerrilla (Nieuw Volksleger, nvdr), om er explosieven mee te kopen. Door dergelijke insinuaties wil de legertop de moordcampagne tegen leden van Ocampo's partij, Bayan Muna, en andere progressieve partijen rechtvaardigen.

Het NPA dat sinds 1969 gewapende strijd voert voor de bevrijding van uitbuiting en onderdrukking, mengt zich overigens niet in de straatprotesten. Het wil de regering geen enkel excuus geven om geweld te gebruiken tegen de demonstranten.

Het volksleger voert trouwens vooral strijd tegen grootgrondbezitters op het platteland. Ka Oris, de populaire woordvoerder van de guerrilla op het zuidelijke eiland Mindanao, zegt minstens één aanval per dag uit te voeren op een militair doelwit. In verschillende andere regio's van de Filipijnen volgen de aanvallen elkaar al even snel op. In de voorbije weken zijn minstens 37 regeringssoldaten omgekomen. (Zie www.philippinerevolution.org)

No comments: