"It's not about my politics. Something happened way to quick. A bunch of men who played it sick. They divide and conquer" -- Husker Du

Thursday, February 22, 2007

“Het Filippijnse leger is verantwoordelijk voor de moorden”

VN Rapporteur besluit zijn onderzoek naar standrechtelijke executies in de Filippijnen

De Filippijnen stond al lang hoog op zijn lijstje. Voor een Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties over standrechtelijke executies is een onderzoeksmissie in een land waar de laatste jaren honderden politieke moorden gebeurden een prioriteit. Onder druk van het toenemende international protest moest de Filippijnse presidente hem uiteindelijk toelaten om zo'n onderzoek uit te voeren. Zijn conclusies, die hij naar buiten bracht op een persconferentie in Manila op 21 februari, bevestigen wat stopthekillings.be en andere mensenrechtenactivisten al lang zeggen.

“Vele moorden zijn toe te schrijven aan het Filippijnse leger,” verklaarde Philip Alston bij zijn afsluitende persconferentie voor hij na een missie van 10 dagen het land verliet, “maar het hele militaire apparaat is in een staat van complete ontkenning. Hij vergeleek het leger met een verstokte alcoholicus die stellig blijft ontkennen dat hij een probleem heeft.

Eerst en vooral rekende de speciale VN Rapporteur af met degene die de campagnes tegen de politieke moorden afdoen als propaganda. “Natuurlijk is er een element van propaganda in zulke verklaringen,” zegt Alston, “maar over het algemeen werken de Filippijnse ngo's op een professionele manier.” Bovendien komt de propaganda van alle kanten en, in zijn ontmoetingen met organisaties van alle politieke strekkingen was er geen enkele groep die ontkende dat er een groot aantal executies plaatsvinden.

Wat het aantal moorden betreft is er onenigheid. “Maar ik ben er zeker van dat het aantal hoog genoeg is om verontrustend te zijn,” zei de VN functionaris. Hij relativeerde trouwens het belang van cijfers als het over zoiets erg als moorden gaat en voegde eraan toe dat hij soms met de tranen in de ogen stond toen hij de familieleden van slachtoffers aanhoorde.

Opmerkelijk was hoe de VN Rapporteur in zijn voorlopig verslag één voor één de officiële verklaringen van de overheid onderuit haalt. “Men maakte veel ophef over twee personen op de lijst van slachtoffers van de mensenrechtenorganisaties die men aan mij voorstelde levend en wel,” vertelde Alston, “maar zelfs twee foutjes kunnen de geloofwaardigheid van de lange lijst niet onderuit halen.” Hij geeft toe dat sommige moorden misschien ten onrechte aan het leger zouden kunnen toegeschreven worden. Maar ook die theorie verklaart volgens de VN expert niet alles.

Alston ontwapent ook de kritiek van de regering dat de mensenrechtenorganisaties de officiële onderzoeken zouden saboteren door getuigen af te raden om met het gerecht mee te werken. “Getuigen worden systematisch lastig gevallen en bedreigd,” stelde hij vast, “en de boodschap is dat je beter niet als getuige optreedt in een moordzaak als je je eigen leven niet in gevaar wil brengen.”

Alston spaarde zijn scherpste woorden voor de uitleg die het leger en verschillende leden van de Filippijnse regering doorgaans aan de moorden geeft: dat de moorden in feite het gevolg zijn van een interne afrekening binnen de Communistische Partij van de Filippijnen (CPP) en het New People's Army (NPA). “Uitzonderlijk ongeloofwaardig,” is het oordeel van de VN Rapporteur, “want ook groepen die zich in dergelijke zaken hebben vastgebeten, zoals de partij Akbayan, vertelden me dat het aantal gevallen zelfs geen tiende van het totaal aantal moorden zou kunnen bedragen.”

Zijn eigen verklaring voor de moorden bevestigt de analyse van de mensenrechtenorganisaties. “De toename in standrechtelijke executies is toe te schrijven aan de strategie die het leger gebruikt om de guerrilla te bestrijden,” verklaarde Alston. “In sommige gebieden worden leiders van progressieve organisaties zwart gemaakt en dergelijke intimidatie kan uitmonden in standrechtelijke executies,” voegt hij eraan toe. Alston beloofde dit mechanisme uitgebreider te beschrijven in zijn eindrapport, dat hij binnen de drie maanden aan de Raad voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties zal voorleggen.

De reactie van de Filippijnse overheid was sprekend. “Het is de VN Rapporteur die de feiten ontkent,” bulderde stafchef Esperon tijdens een persconferentie. De generaal herhaalde koppig dat het de communisten zijn die verantwoordelijk zijn voor de moorden. Minister van justitie Gonzales ging nog een stapje verder en verklaarde dat VN Rapporteur Alston duidelijk “gebrainwashed” was door de ngo's. Presidentieel secretaris Ermita jammerde dat de VN Rapporteur de mensenrechtenactivisten meer geloofde dan de woordvoerders van de regering; hoewel dat natuurlijk niet verwonderlijk is.

Om de schade te bepreken gaf het presidentieel paleis wel het rapport van de Melo commissie vrij. Presidente Arroyo had die commissie zelf in het leven geroepen om de politieke moorden te onderzoeken. Toen de commissie tot de conclusie kwam dat het leger boter op het hoofd had, weigerde de presidente echter om hun rapport publiek te maken. Dat het paleis een dag na de persconferentie van Alston toch het rapport vrijgeeft, toont aan dat de Filippijnse regering in het defensief zit.

In elk geval is de lokale en internationale campagne “Stop the killings in the Philippines” erin geslaagd om het probleem van de politieke moorden op de agenda te krijgen. Het zal er nu op aan komen om de druk op de ketel te houden zodat de Filippijnse overheid effectief ingrijpt om de moorden te stoppen.

No comments: